Friday 2 November 2012

Wednesday 31 October 2012

Wednesday 24 October 2012

Tuesday 23 October 2012

Monday 22 October 2012

Dit werkt niet zo goed

Dus we gaan over op Google+
Kijk hier: http://gplus.to/Steephig

1e post nu met foto's:
https://plus.google.com/u/0/102964654399580481170/posts/fN6Q2J5FoGc

Sunday 21 October 2012

Veilig aangekomen

Alleen even een kort berichtje om te laten weten dat we veilig zijn aangekomen in Hyderabad. Waarschijnlijk een beetje een onsamenhangend berichtje want ik heb nog behoorlijk slaap. De vlucht ging prima, de A380 is eigenlijk een stuk minder enorm dan ik (Patries) had verwacht (lees: gevreesd). En verder was het vooral gewoon heel vermoeiend, precies zoals verwacht. Ik heb Hyderabad alleen nog vanuit de taxi gezien, het is best bizar maar ook precies zoals je in films en op televisie ziet: rijk en arm kriskras door elkaar, flatgebouwen en zandstraatjes en tenten, kerken, moskeeën en tempeltjes naast elkaar. Ik denk dat ik me wel ga vermaken.

Op de foto's het vliegtuig, Dubai en misschien ook de flat van Steef, als het lukt. Maar aangezien de site steeds crasht als ik ze erbij wil zetten, komen de foto's misschien in een andere post.

Friday 26 February 2010

De aller-, allerlaatste dagen

We zijn alweer twee dagen thuis, wat is het hier koud en nat! We zullen ons verhaal nog even netjes afronden en ergens dit weekend nog wat andere dingetjes posten, en dan is de vakantie toch echt afgelopen.

We zagen de dagen in Russell eigenlijk als de afsluiting van onze mooie reis, en oja, dan bleven we ook nog een nachtje in Matakana - op anderhalf uur rijden van het vliegveld van Auckland - om op tijd op het vliegtuig te kunnen stappen. Maar wat bleek, de B&B in Matakana was een van de mooiste waar we geweest zijn en de eigenaren (waarvan de man een rasechte Hollander) heel gezellig, waardoor het toch een gedenkwaardig verblijf werd. Van de omgeving hebben we in deze korte tijd niet heel veel kunnen zien, maar het is een hele landelijke streek waar veel wijngaarden zitten en biologische landbouwbedrijven en zelfs een bedrijf dat Thaise groenten en kruiden verbouwt. Wel jammer dat de plaatselijke fish & chips kraam net vandaag een dagje gesloten was, want we hadden eigenlijk nog één keertje een culinaire uitspatting willen doen!

's Morgens vroeg uit de veren voor de rit naar Auckland. Het was de eerste en enige keer dat we deze weken een echte file hebben gezien, maar gelukkig was deze niet zo erg dat het ons erg vertraagd heeft. Vanaf de brug waarover je Auckland binnenrijdt heb je een prachtig uitzicht op de skyline van de stad, het is helaas niet gelukt om op tijd mijn fototoestel te pakken (tip voor de volgende keer: altijd bij de hand houden!) Ondanks wat zenuwen vooraf (bij Patries) zijn de twee vluchten helemaal vlekkeloos verlopen. Patries heeft zelfs nog minder verdovende middelen hoeven gebruiken dan op de heenweg! Nog niet helemaal genezen van de vliegangst maar toch al een goed eind op weg... De stop op Singapore - vijf uur een beetje rondhangen - was erg vermoeiend, maar het voordeel hiervan was dan wel weer dat we zo moe waren dat we in het vliegtuig naar Amsterdam behoorlijk wat uren konden slapen. Na 30 uur reizen, een vliegtuiglunch (rijst met groenten en vlees), twee vliegtuigdiners (rijst met groenten en vlees) en een vliegtuigontbijt (hier maar niet meer gekozen voor de pittige bami met groenten en vlees), een rits films, muziek, sudoku's en leesvoer en gelukkig dus ook een redelijke nachtrust landden we om half 7 's ochtends op Schiphol. Waar we tot onze grote verrassing (en blijdschap!) werden opgewacht door vader en zoon de Jong, dus voordat we het wisten zaten we weer op onze eigen bank met een bak echte Hollandse koffie (en niet die slappe Nieuw-Zeelandse hap waar arme Stephan het al die weken mee heeft moeten stellen). Een beetje beduusd nog maar vol mooie herinneringen en verhalen waar we jullie de komende tijd ongetwijfeld nog even mee lastig zullen vallen :-)


Uitzichten over de streek rond Matakana



Het laatste ontbijt in Nieuw-Zeeland, lekker op het terras

Het vliegveld van Singapore heeft een vlindertuin (waar in het donker niet heel veel te zien was, maar je moet toch wat)



PS Gaston en Suzanne, zijn we toch nog ons huiswerk vergeten! We zouden een filmpje maken van het verkeerd-om draaiende water en we hebben het er een paar keer over gehad hoe we dat zouden aanpakken, maar het is er toch niet meer van gekomen. We hadden het trouwens wel al uitgeprobeerd, maar we wisten eigenlijk niet welke kant het in Nederland op draait...

De foto's van de laatste dagen

Steef op een van de stranden bij Kuaotunu (Otama Beach)


Een van de mooie schelpen die we niet mee naar huis durfden te nemen


De nationale marae van Waitangi


Maori-kano's bij Waitangi
De voorkant van een oorlogskano


Patries bij de grootste oorlogskano


De gids bij de Father of the Forest



Een kauri van ongeveer 1000 jaar oud


Steef tussen twee "kleine" kauri's


Ons huisje in Russell, de Kanuka Loft

Het strand van Russell


De boot van Dolphin Discoveries, die ons naar de dolfijnen had moeten brengen


Toch vermaakten we ons wel op de boot




Tuesday 23 February 2010

De laatste dagen

De laatste paar dagen waren helemaal internetloos, en nu we wel weer in een B&B met internet zitten moeten we morgen vroeg op voor de reis naar Auckland. Dus jullie zullen het even met een samenvatting moeten doen.

Na Rotorua zijn we een paar daagjes gaan relaxen aan de stranden van de noordoostkust. Prachtige witte stranden zonder sandflies(!!) en met de onvoorstelbaarste schelpen in allerlei vormen en kleuren. Die we niet hebben durven meenemen omdat ze hier bij de douane erg streng zijn op het exporteren van de plaatselijke flora en fauna.. In de meest onuitspreekbare plek van de hele vakantie, zijnde Kuoatunu (of was het nou Kuaotunu?), hebben we ook een kleine blauwe pinguin op het strand gevonden, helaas wel dood (en ook maar niet meegenomen voor thuis).

In de volgende kustplaats, Omapere, hebben we een avondwandeling gemaakt met een Maori-gids, door een bos waar kauri's groeien. Kauri's zijn inheemse bomen die enorm groot en enorm oud kunnen worden. Ze zijn in het verleden dankbaar gebruikt door de houtindustrie maar zijn nu beschermd. Voor de Maori's hebben ze een speciale status omdat ze de personificatie zijn van de god die de aarde van de hemel heeft gescheiden (wat overigens niet wil zeggen dat de Maori's ze niet ook kapten, ze maakten er bijv. hun kano's van). Het bos (en de natuur in het algemeen) heeft sowieso een grote rol in de cultuur van de Maori's. Onze gids deed bij het in- en uitgaan van het bos een speciaal gebed en bij verschillende bomen zong hij een lied (in feite ook een soort gebed) om de bomen te groeten en te eren.

De gids heeft ons Te Matua Ngahere laten zien (Father of the Forest), de oudste kauri ter wereld: 4000 jaar oud. Echt een indrukwekkend gevaarte, 30 meter hoog en ruim 16 meter in omtrek. De kauri's hebben trouwens geen zijtakken, alleen maar takken aan de bovenkant, dus dat maakt zo'n stam extra imponerend om te zien. Vonden we dit al een monster van een ding, hierna gingen we naar Tane Mahuta, Lord of the Forest; de grootste kauri ter wereld. Deze is "slechts" 2000 jaar oud, maar wel 51 meter hoog. Grappig was dat we ook een kauri van 6 jaar oud hebben gezien - ze zijn dan nog maar 10 cm groot...

Nog een beetje Maori-geschiedenis hebben we geleerd in Waitangi. Hier is in 1840 het Verdrag van Waitangi getekend (leuk voor de Sdu-ers :-) ) waardoor Nieuw-Zeeland definitief onderdeel werd van het Britse koninkrijk. Een hele operatie omdat alle belangrijke Maori-chiefs het er ook mee eens moesten zijn. Een paar jaar later bleek dat toch niet helemaal het geval en is er alsnog flink gevochten, maar goed, toch een belangrijk moment in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland. Op het terrein waar dit verdrag is getekend is nu een museum en twee belangrijke Maori-plekken; een soort boothuis waar (in 1940 volgens origineel recept gebouwde) oorlogskano's liggen en een nationale marae (zegmaar een bijeenkomsthuis; elke stam heeft ook een eigen marae maar dit is de enige die voor alle stammen is). Vooral de Maori-beelden hier waren erg mooi; enge strakke koppen die allemaal weer hun eigen betekenis hebben.

Onze stranddaagjes en eigenlijk ook een beetje onze vakantie sloten we af in Russell, een oud en mooi onderhouden dorpje in de Bay of Islands (weer veel mooie baaien en mooie stranden, het wordt bijna saai). Hier zouden we ook een van de dingen gaan doen waar we vantevoren erg naar hadden uitgekeken: zwemmen met wilde dolfijnen. Maar ja, wilde dolfijnen gaan nu eenmaal hun eigen gang, en zo kwam het dat er al anderhalve dag, en na overal zoeken met wel zeven boten tegelijk, bijna geen enkele dolfijn in de Bay of Islands was gesignaleerd. Helaas helaas. Maar alles is relatief; op de boot zaten twee meisjes die al voor de derde keer meegingen en dus wéér voor niks.. En we hebben een tegoedbon meegekregen die levenslang geldig blijft, dus dat is een mooi excuus om nog eens terug te komen.

Morgen vertrekken we al vroeg (voor ons doen tenminste) naar Auckland om 's middags op het vliegtuig naar Singapore te stappen. Geen pauze daar deze keer, na een paar uurtjes gaan we alweer verder naar Amsterdam. Hopelijk zullen jullie allemaal duimen voor een veilige vlucht, want het is al erg genoeg dat we weer naar huis moeten!

Thursday 18 February 2010

Natuurgeweld en natuurschoon

[bericht van 15 feb]

Onze eerste kennismaking met het 'binnenland' van het Noordereiland is niet helemaal volgens plan verlopen. We zaten midden in het vulkaangebied maar door het regenachtige weer en de lage bewolking hebben we geen enkele vulkaan gezien. We hebben nog wel heel dapper een deel van de Tongariro crossing gelopen. De hele wandeling duurt 7-8 uur, dat is ons normaal gesproken al iets te gortig maar nu hielden we het bij de beklimming van de eerste krater sowieso maar voor gezien, je kon nog net 100 meter voor je uit zien maar dat was het dan wel. Maar goed, ook dat eerste stuk was al erg mooi desolaat, met grote zwarte brokken die ooit vanuit de buik van de vulkaan de lucht zijn ingeslingerd.

Toen we doorreden naar Rotorua klaarde het weer gelukkig wat op. Deze stad ligt feitelijk in de krater van een oude vulkaan, en er zit hier dus behoorlijk wat warmte onder de grond. Het is heel grappig om hier rond te rijden want je ziet constant overal stoomwolkjes opstijgen.
Rotorua is een van de grootste toeristische attracties van Nieuw-Zeeland maar het komt helemaal niet zo over, het heeft een hele fijne, relaxte sfeer. We zijn zelfs een dagje in de stad geweest en hebben het museum bezocht. Het museum was oorspronkelijk (begin 20e eeuw) een badhuis en sanatorium, en heeft daar een tentoonstelling over, maar ook over de Maori's en over de grote vulkaanuitbarsting van 1886 die de toen wereldberoemde Pink and White Terraces heeft verwoest (dit waren trapsgewijze afzettingen in het gebergte waardoor er zich natuurlijke thermische baden hadden gevormd).

In deze omgeving zijn we naar twee geothermische gebieden geweest: Orakei Korako en het grotere Wai-o-taupu. Hele bizarre terreinen met alle kleuren van de regenboog, door bijvoorbeeld zwavel en mangaan en de algen die in het warme water groeien. Alles stoomt en sist en bubbelt en de hele lucht voelt zelfs klammig aan. Het stinkt allemaal ook flink maar ik moet zeggen dat het ons eigenlijk nog best meeviel. Misschien stond de wind gunstig of misschien zijn we wel wat gewend als Delftenaren, zo met die gistfabriek :-)
De mudpools bij Wai-o-taupu waren eigenlijk afgesloten maar er zat een gat in de omheining, dus tja, daar hebben we dan ook maar gebruik van gemaakt.
Ik kan er wel vanalles over zeggen maar kijk maar gewoon naar de foto's - zelf konden wij soms gewoon onze ogen niet geloven.
























































































































Tot slot dan toch maar weer eens een leuk feitje van de dag. In dit gebied hebben zich van oorsprong veel Maori's gevestigd en veel van de plaatsnamen zijn dan ook Maori. Voor ons zien ze er nogal eens onuitspreekbaar uit: Maungarui, Whakarewarewa,... In de B&B werd ons verteld dat de Maori's een 'wh' uitspreken als een soort 'f' - maar niet helemaal, anders zou Whakapapa wel een rare plaatsnaam zijn...

Nu met foto's

Uitzicht op de Marlborough Sounds

Baaitje langs het Queen Charlotte Track


Brutale weka
De boot naar Kapiti Island

Ons huisje op Kapiti

Wednesday 17 February 2010

We hebben een kiwi gezien!

[bericht van 11 februari]

We hebben een kiwi gezien! Een echte, pluizige, onhandige, kleine kiwi op nog geen halve meter afstand. Ik kan er nog wel een hele bladzijde over doorpraten, maar ik zal eerst even teruggaan naar hoe we zo bij dat beestje gekomen zijn.

Het was de eerste dagen na Kaikoura niet zo erg dat we geen internet hadden en de blog dus niet konden bijhouden, want we beleefden niet zo veel. Na het vertrek daar zijn we nog even bij de zeehondenkolonie van Ohau Point langsgegaan. Je kunt ze vanaf het uitkijkpunt van redelijk dichtbij bekijken en het is een vrij grote kolonie, dat was het stoppen wel waard. Bovendien waren er in december veel jonkies geboren dus die waren nog lekker aan het tutten in een soort pierenbadje, erg grappig om te zien.
Daarna hebben we twee dagen in Picton doorgebracht, een beetje een saai havenstadje dat eigenlijk vooral bezocht wordt omdat de boot naar Wellington daar vertrekt. En nou ja, vooruit, ook wel om de Marlborough Sounds waar dit stadje middenin ligt. We hebben nu ook het verschil geleerd tussen een fjord en een sound; een fjord is door gletsjers uitgesleten en een sound door rivieren en regenwater. Doubtful Sound en Milford Sound zijn dus verkeerd benaamd, dat zijn eigenlijk fjorden. De verschillende plekken in de Marlborough Sounds zijn over de weg bijna niet bereikbaar, dus alles wordt hier met de boot gedaan (er zijn trouwens ook wel eilanden, maar daarvan is er maar eentje bewoond). Wij werden bij Ship Cove afgezet door de veerpont, die eigenlijk de postboot is en dus onderweg op allerlei mogelijke plekken aanmeert om spullen af te leveren of op te halen. Zo hebben we heel wat mooie huizen en lodges kunnen bewonderen. Vanaf Ship Cove hebben we een stevige wandeling gemaakt; op zich maar 15 km, maar wel voor het merendeel omhoog, omhoog en nog steiler omhoog. Bij elke pauze werden we gezelschap gehouden door de weka (spreek uit: wikka), een inheemse loopvogel die nog het meeste lijkt op een kruising tussen een kip en een eend. Het zijn van nature al geen schuwe dieren maar deze waren wel érg gewend aan de aanwezigheid van mensen en lekkere hapjes; eentje probeerde zelfs op mijn schoot te springen om bij mijn broodje te komen. Het pad was verder wat minder spectaculair dan we eerder gezien hebben (want minder dichtbegroeid woud) maar bood wel steeds mooie uitkijkjes op de helderblauwe baaien van de sounds.

Zondag was het tijd voor de grote oversteek naar Wellington. Dat was eigenlijk een beetje een verloren dag want op de boot was niet veel te doen, en onze B&B bleek te ver uit het centrum te zitten om zo aan het eind van de middag de stad nog te gaan bekijken. We hebben Wellington dus nauwelijks gezien, maar gelukkig zijn we de afgelopen weken zo verpest geraakt met al die rustige plekjes dat we aan een grote stad toch al niet zo'n behoefte hadden.
Na een nachtje in Wellington naar de volgende boot, voor ons verblijf op Kapiti eiland. Vol verwachting klopte ons hart, want Kapiti is een beschermd natuurgebied waar per dag maar 50 mensen mogen zijn, dus we voelden ons best bevoorrecht om daarheen te kunnen gaan. Het vertrek met de boot was al een aparte ervaring. We moesten 's morgens een organisatie bellen om te horen met welke boot we zouden gaan en hoe laat we daar precies moesten zijn (er gaat twee keer per dag een boot en er zijn twee boten beschikbaar, het hangt af van het weer en de schipper wie wanneer gaat). Van de boot zelf keken we al een beetje raar op - een vrij kleine motorboot op het strand, achter aan een trekker - maar er was ook nog eens verder niemand in de wijde omtrek te bekennen, en geen kantoor of informatiebord of wat dan ook waaraan we konden zien wat de bedoeling was. Dus wij maar wachten. Net toen we na ruim een half uur doelloos op het strand rondhangen die organisatie maar weer eens wilden gaan bellen, kwam de schipper aanlopen en bleek dat wij als enigen aan boord zouden gaan. Wel gingen we op een ander punt op Kapiti nog wat mensen ophalen, waarvan er drie meegingen naar de lodge. Dat waren dus alle bezoekers voor vandaag! Het blijkt dat van de 50 vergunningen die verstrekt worden, er maar 18 aan de noordkant (de kant van de lodge) mogen zijn - waaronder dus ook de mensen van de lodge en wat andere mensen van de familie die het eiland bezit - dus we waren zelfs nog meer bevoorrecht dan we dachten.
We deelden de lodge dus met drie anderen, Australische meiden waarvan er twee van oorsprong Maori zijn. Samen met de Maori's die de lodge beheren hebben ze 's avonds nog een paar echte Maoriliederen gezongen en een 'action song' gedaan, een lied met traditionele dans die wel wat weg heeft van Hawaiiaanse dans.
Maar eerst zijn we 's middags nog een deel van het eiland rondgewandeled. Op Kapiti zijn sinds de jaren 70 alle uitheemse vogel-vijanden verwijderd; niet alleen de ratten en de stoats maar ook bepaalde plantensoorten die de groei van inheemse planten kunnen belemmeren. Daarna zijn bedreigde inheemse vogelsoorten teruggezet of uit zichzelf teruggekomen. Nu struikel je zowat over de weka's, en we hebben bijvoorbeeld veel tui's gezien (een zwarte vogel met een mooie blauwe en groene gloed, en met een raar wit tufje aan zijn keel dat hij kan open- en dichtklappen), de bellbird (een groene vogel met een mooie tweetonige zang), de red-crowned parakeet (lijkt een beetje op de halsbandparkieten) en de pukeko, een zwart met blauwe soort van overmatige meerkoet met een felrode snavel en grote rode voeten. Zelfs de takahe hebben we van heel dichtbij kunnen bewonderen, daar zijn er nog maar 250 van op de hele wereld! De takahe is een vrij grote en stevige loopvogel, ook zwart met een rode snavel en met enorme poten die hij bijna als een soort handjes gebruikt, en hij maakt een keihard HONK-geluid. Helaas helaas hadden we net geen fototoestel bij de hand, zal je net zien, dus jullie zullen zelf moeten googlen voor een plaatje.
En 's avonds dus het grote moment van de kiwispotting. Er zijn in Nieuw-Zeeland nu 1500 Little Spotted kiwi's, waarvan er 1200 op Kapiti leven, dus je zou denken dat het niet zo moeilijk moet zijn om ze te zien te krijgen. Het eiland is echter dusdanig groot dat de kiwi's zo'n 3 tot 5 hectare per paar tot hun beschikking hebben. Tel daarbij op dat ze behoorlijk schuw zijn, alleen in het donker actief zijn, en uitzonderlijk goed kunnen horen en ruiken, dan snap je wel dat je ze niet zomaar even te pakken hebt. We moesten dus heel stilletjes achter onze gids aansluipen (wat niet meevalt in het donker, op een terrein waar keien en takjes liggen en allerlei ander ritselend spul groeit), die alleen maar af en toe met een rode lamp scheen om de vogels zo min mogelijk te storen, en verder heel goed luisterde of hij ze hoorde scharrelen. De vorige avond waren ze tot twee uur 's nachts aan de wandel geweest en hadden ze geen enkele kiwi kunnen vinden, dus je moet maar net geluk hebben. Maar de goden waren ons alweer heel goed gezind, want al na een kwartier kwam er eentje tevoorschijn: een pukupuku oftewel little spotted kiwi, een heel pluizig beestje (de veren lijken meer op donshaartjes dan op vogelveren) met een veel te lange snavel waardoor hij een beetje topzwaar lijkt. Hij liep heel grappig, eigenlijk lijkt het meer op het waggelen van een pinguin, en het is net of hij zijn voorpoten lijkt te missen en dus elk moment op z'n snufferd kan vallen. We zijn helemaal verliefd geworden. Hij vond ons groepje gelukkig ook niet zo heel eng, want na de eerste schrik (snel terug in het struikgewas) kwam hij toch weer tevoorschijn en liep hij zelfs op ons af, om vlak naast ons weer in de struiken te verdwijnen. We hebben hem dus echt even goed kunnen bekijken en dat was maar mooi ook, want in de twee uur daarna hebben we alleen nog de roep gehoord van zowel een mannetje als een vrouwtje (ze maken allebei een heel hard prrrrr-geluid, alleen de een hoger dan de ander) maar hebben we niets meer kunnen zien. Wel zijn we nog, ook van heel dichtbij, twee keer een little blue penguin tegengekomen. Die hadden we de afgelopen weken al een paar keer van een afstandje in het water gezien maar nu liep hij lekker op land te scharrelen en konden we goed zien hoe klein en hoe blauw ze zijn. Voor de beheerders van de lodge zijn deze pinguinnetjes letterlijk kind aan huis, ze hebben elk jaar hun nesten onder de veranda bij de voordeur. Dat is natuurlijk heel erg leuk om die kuikens zo dichtbij te hebben, maar ook wel een beetje vervelend aangezien ze uitgekotste rotte vis te eten krijgen...

We hadden hier nog best een paar daagjes willen blijven maar het reisschema is onverbiddelijk, 's morgens moesten we alweer vroeg met de boot terug. Mochten we ooit nog eens terugkomen naar Nieuw-Zeeland, dan ruimen we zeker meer tijd in voor Kapiti!

PS We hebben een hele tijd geen internettoegang gehad zoals jullie aan de radiostilte wel gemerkt zullen hebben. Nu zitten we uit arremoede maar een uurtje tegen betaling, en hebben dus niet zoveel tijd om foto's uit te zoeken. Hierbij even een snelle selectie, later posten we er nog wel een paar.

PS: De verbinding is nogal brak hier (en daar betalen we ook nog voor!) dus even geen foto's deze keer)

Saturday 6 February 2010

Beestenboel




De oplettende lezertjes zullen vast wel hebben gemerkt dat we hier voornamelijk voor de natuur zijn, de flora en de fauna. Gisteren was weer een faunadag, want het boottochtje om walvissen te gaan kijken stond op het programma. Maar voor het zover was werden we door de mevrouw van de B&B nog uitgenodigd voor een rondje geiten uitlaten en alpaca's voeren. Je wist het niet en ik ook niet, maar inderdaad, je kan geiten uitlaten. Gewoon aan een lijntje. Dat moeten ze hier, want ze zijn een beetje te dik, hoewel dat waarschijnlijk weer komt omdat ze teveel voer krijgen als beloning voor goed gedrag bij het uitlaten...

We zitten hier overigens weer in een Room with a View, vrij uitzicht over de Pacific, naar de bergen, richting Kaikoura en alles ertussen. De B&B heeft ook iets modernere en grotere kamers, maar die hebben dan weer niet zo'n mooi uitzicht als wij hebben, dus wij vinden het prima zo. En wij hebben hier internet, dat hebben hullie ook weer niet. Naast het terrein van de B&B ligt een officieel terrein van de Maori waar een groep of stam af en toe verzamelen, vergaderen, koken e.d. Meestal is er niemand en dan mag je er een kijkje nemen als je wil. Overigens was het gister Waitangi day, een nationale feestdag, de dag dat lang geleden een verdrag tussen de Engelsen en de Maori werd getekend. Later werd bleek dat verdrag toch nogal controversieel, maar blijkbaar is het toch belangrijk genoeg om het een feestdag te laten zijn.

Onze 1e indruk eergisteren van Kaikoura was een beetje een toeristische toestand, maar dat eigenlijk toch allemaal wel mee. Er zijn hier wel enorm veel B&B's, hotels e.d., maar de hoofdattractie, de 'walvisjacht' is allemaal redelijk bescheiden, diervriendelijk en niet al te commercieel opgezet. Geen enorme boten met heel veel mensen, iedereen heeft gewoon goed de ruimte om te kijken en foto's te maken. Vroeger werd er hier echt op walvissen gejaagd, maar men is hier helemaal om en is hier nu juist een voorloper in bescherming en diervriendelijke research en kennisverspreiding. Er werd tijdens de trip ook in bedekte termen kritiek gegeven op bijvoorbeeld de japanners die onder het mom van research nog steeds aan walvisjacht doen.

Ook vandaag hadden we weer geluk, lekker weer, graadje of 23, een licht briesje, kalme zee en we hoefden weer niet lang te zoeken voordat we beesten in zicht hadden. Ook hier weet je het nooit, garantie heb je niet, maar we hebben toch zomaar 3 potvissen gezien die braaf hun kunstjes deden. Kijk maar naar de foto's, die zeggen denk ik wel weer genoeg. Na de walvissen zijn we ook nog even op zoek gegaan naar dolfijnen en ook die hebben we weer gevonden. Een heleboel zelfs, de schatting van het personeel van de boot kwam op een groep van tussen de 600-800 dolfijnen. Van Teun en Marian, waarmee we ook op de boot in de Doubtful sound zaten en die nu ook hier in de B&B zitten hoorden we dat ze dezelfde ochtend helemaal geen dolfijnen gezien hebben, dus dat was weer een gelukkie voor ons. De dolfijnen die hier zitten zijn overigens van een andere soort, deze zijn Dusky Dolphins, ongeveer de helft kleiner dan de eerder geziene Bottlenose Dolphins, maar deze soort is daarentegen nog leuker om te zien omdat ze enorme sprongen maken en dat dan ook nog eens heel vaak. De boot werd letterlijk omringd door een heleboel spring in het waters.

Als toetje hebben we ook vandaag weer een (ja 1) blue penguin gezien, een paar zeehonden een aantal albatrossen. Die laatste zijn echt enorm groot, de grootste kan een spanwijdte van over de 2 meter halen als ik het me goed herinner.

Ohja, zowel eergisteren als gisteren hebben we 's avonds ook nog even sterren gekeken. Dat gaat hier ook prima, het is echt pikkedonker, bijna geen lichtvervuiling en de maan laat zich ook van z'n beste kant zien, zijnde niet. De hoeveelheid sterren die je hier ziet is echt enorm, de melkweg is ook goed zichtbaar en zelfs nog wat andere wolkachtige objecten waarvan ik niet weet wat het zijn.

Van west naar oost

Donderdag en vrijdag hebben we wat autorijdagen gehad. Donderdag zijn we via de Franz Josef gletsjer (die we iets minder mooi vonden dan de Fox) en het bijbehorende toeristische jong-snel-en-hip dorpje Franz Josef Township, via het lichtelijk vervallen goudzoekersstadje Ross naar Awatuna gereden. Een hele mooie B&B en een omgeving die echt wel de moeite waard was, maar helaas konden we maar 1 nachtje blijven. We zijn dus alleen maar op het strand geweest, wel een enorm strand helemaal voor ons alleen en nog met een romantisch ondergaande zon ook.

De vrijdag was een lange zit omdat we moesten oversteken naar de oostkust en we ook nog een omweg naar de Pancake Rocks hebben gemaakt. De Pancake Rocks zijn rotsen van kalksteen, die door de jaren heen helemaal zijn weggevreten door regenwater en vooral door de zee. Hoe ze daarvan dat vreemde plakjes-uiterlijk hebben gekregen snap ik niet helemaal, maar het ziet er wel mooi uit en het is vooral erg spectaculair om te zien hoe de zee hier alsmaar op inbeukt. Je hoort constant enorme knallen en de golven spatten soms metershoog uiteen op de rotsen.

Na dit bezoek hadden we nog 5 uur rijden te gaan over de Lewis Pass, waarbij het landschap langzaam veranderde van de tropische varens en palmenstranden naar kale bergen naar schapenweides zo ver als het oog reikt. Behoorlijk vermoeiend, vooral voor Steef die ontelbaar veel haarspeldbochten heeft moeten nemen, maar we zijn veilig aangekomen in Kaikoura en ook hier is alles weer heel erg de moeite waard.


Stephan neemt afscheid van de westkust


Pancake Rocks


Strand van Awatuna






Thursday 4 February 2010

Gletsjers, bos en tropische stranden

De afgelopen dagen zijn we schandelijk verwend in de Mahitahi Lodge, Bruce Bay. Sowieso is Bruce Bay (en de hele omgeving) een onvoorstelbaar mooie plek om te zijn; je hebt daar alles binnen handbereik, van besneeuwde bergtoppen tot dicht regenwoud (4 meter regen per jaar!) tot tropische stranden. En daarbij werd de lodge ook nog eens gerund door een lief en enthousiast koppel dat niet alleen heerlijk voor ons kookte maar ook veel vertelde over de geschiedenis van Bruce Bay, ons het goudzoeken liet zien en de kalfjes liet voeren en ons de mooiste plekken in de omgeving tipten. Ze waren trouwens zelf ook heel blij met ons want hun internetverbinding werkte al anderhalve maand niet goed, en dat heeft Steef gelijk even gefixt :-) Altijd handig, een IT-man in huis.

We hebben hier een paar hele mooie wandelingen kunnen maken. Eerst hebben we een paar korte gedaan: het bospad rondom Lake Matheson (wat ook wel het spiegelmeer genoemd wordt, maar daar hebben we niets van gezien want het waaide te veel) met mooie uitkijkjes op Mount Cook en Mount Tasman, toen een wandeling over een soort maanlandschap van keien naar de Fox gletsjer en daarna een duinachtige wandeling naar Gillespies Beach waar we een sinds 1945 verlaten goudzoekersplek hebben bekeken. Bij Gillespies Beach kun je ook naar een zeehondenkolonie toe, maar dat was een wandeling van 3,5 uur en daar hadden we helaas geen tijd meer voor (zeehonden zijn best leuk maar de maaltijd van Jacqui lieten we er mooi niet voor schieten!).
Gisteren hebben we een deel van het Cattle Track gelopen, de oude route tussen Haast en Paringa die werd gebruikt om het vee van het binnenland naar de kust toe te brengen. Sinds de jaren 60 is er een asfaltweg gemaakt (de Haast Pass). Het was af en toe een beetje klauteren en flink soppen door de modder dus we hadden het prima naar ons zin daar. Bovendien hebben we een bijzondere ontdekking gedaan: de tmesipteris groeit ook hier! We hebben hem zelfs op vier plekken gezien. Dat moeten we nog maar even melden aan kapitein John, vindt hij vast leuk om te horen.
Daarna zijn we nog even naar Monro Beach gelopen, ook weer zo'n idyllisch strand ware het niet dat de sandflies ons bezoek wat al te gezellig vonden. Snel foto's maken dus en dan maar gelijk weer weg!